Posts tonen met het label Pieter van Foreest. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Pieter van Foreest. Alle posts tonen

vrijdag 10 juni 2011

Bericht over Hadrianus Junius (9) Tijdgenoten Pieter van Foreest



Pieter van Foreest, ook wel Petrus Forestus (Alkmaar, 1521 - Aldaar, 1597) was een van de belangrijkste medici van Nederland, en stond ook bekend als de "Hollandse Hippocrates".  Hij krijgt zijn eerste onderricht aan de Alkmaarse Latijnse School. Omstreeks 1536 gaat hij studeren aan de Universiteit van Leuven. In 1540 begint hij een studiereis langs verscheidene Europese universiteiten, een zogenoemde Peregrinatio Academica teneinde de praktijk van de geneeskunde te leren kennen. Hij verblijft 3 jaar in Bologna van waaruit hij ook in Padua, Venetië, en Ferrara werkzaam is. Op 29 november 1543 promoveert hij aan de universiteit van Bologna. Vervolgens werkt hij enige tijd in Rome en Parijs. In 1546 keert hij terug naar Alkmaar om aldaar een geneeskundige praktijk op te bouwen. In 1558 wordt Forestus benoemd tot stadsgeneesheer van Delft, welke functie hij gedurende ruim 37 jaar uitoefent. In augustus 1574 tijdens het beleg van Leiden wordt Forestus geconsulteerd door prins Willem van Oranje, als deze ziek te Delfshaven te bed ligt. Sedertdien wordt Forestus herhaaldelijk geraadpleegd wanneer leden van de prinselijke familie door ziekte werden getroffen. Na de dodelijke aanslag op prins Willem van Oranje, 10 juli 1584 verricht Forestus samen met zijn Delftse collega Cornelis Busennius de lijkschouw en balseming. Op 10 maart 1597 overlijdt Petrus Forestus. Hij is ruim 75 jaar geworden. Zijn stoffelijk overschot wordt op 13 maart 1597 begraven in de Grote of Sint-Laurenskerk te Alkmaar. De laatste regel op zijn grafsteen luidt als volgt: Hippocrates batavus si fuit ille fuit (Indien er ooit een Hollandse Hippocrates bestaan heeft dan was hij het).
 Tijdens zijn praktijkjaren te Alkmaar begon Forestus aantekeningen te maken over de kwalen van zijn patiënten en over de wijze waarop hij ze behandelde. Later rangschikte hij deze gegevens en zo kwam hij tenslotte tot ruim 1350 Observationes met bijbehorende Scholia. De Observationes zijn meer dan de letterlijke betekenis "dingen gezien hebben" aangeeft. Het zijn zeer persoonlijke waarnemingen van patiënten en ziektes.
P.Forestus, in his medicinal observations, [1365]relates, that Carthusian friars, whose living is most part fish, are more subject to melancholy than any other order, and that he found by experience, being sometimes their physician ordinary at Delft, in Holland. http://ebooks.adelaide.edu.au/b/burton/robert/melancholy/complete.html

dinsdag 7 juni 2011

De pest




De pest is een ziekte die van de 14e tot en met de 19e eeuw in Europa veelvuldig, bij vlagen epidemisch en zelfs pandemisch, voorkwam en enorme aantallen slachtoffers maakte. De belangrijkste vormen van de pest zijn builenpest en longpest. Men schat dat door de Zwarte Dood van (1347-1351) een derde deel van alle Europeanen, destijds enkele tientallen miljoenen, het leven liet. De pest was een dodelijke ziekte, die zich razendsnel verspreidde. Het angstaanjagende was, dat niemand wist waar de pest vandaan kwam. 
De Nijmeegse dokter Van Diemerbroek zei in 1636 dat de pest in ‘kleine deeltjens’ uit de hemel neerdaalde, als een straf van God. Maar de ziekte kon ook ontstaan door de rotte lucht van stinkende grachten en vuilnishopen, of door snel bedervende groente als komkommer en gele peen.Door deze onzekerheid zorgden alleen de geruchten over een pestuitbraak al voor paniek. Als een geruchtenstroom begon, sloten veel steden de deuren voor vreemdelingen. Alleen met een certificaat waarop stond dat hun streek pestvrij was, kwamen ze binnen. In 1569 mochten strohandelaren in Leiden geen stro meer voor hun deuren hangen, omdat veel Leidenaren zich rot waren schrokken: een bos stro voor de deur betekende dat in het huis de pest heerste
.Als de pest een stad of dorp bereikte, zocht men naar een zondebok. Zo wist dokter Pieter van Foreest zeker dat de pestuitbraak in Delft, in 1557, te maken had met het begrafenisje-spelen van een groep kinderen. Maar meestal kregen joden de schuld van de pest. Zij zouden pestvergif in het water doen om christenen te besmetten. In 1348 liep het voor de joodse inwoners van Zwolle slecht af: tijdens een ernstige pestuitbraak werden zij allemaal vermoord.