Posts tonen met het label Hadrianus Junius. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Hadrianus Junius. Alle posts tonen

vrijdag 10 juni 2011

Bericht over Hadrianus Junius (10) Eloquentia

Junius is van 1 november 1550 tot 1 mei 1552  rector geweest van de Latijnse School in Haarlem, die hij in zijn jeugd nog zelf had bezocht. Zijn toen verkregen bijnaam ‘Feniks’ echoode in 1550 kennelijk nog steeds na. Maar zijn rectorschap was geen succes. Gedurende zijn rectorschap was Junius doodongelukkig. Zo was hij niet zeer te spreken over zijn collega’s. In een brief aan een schoolmeester genaamd Zeghers klaagt hij over diens gebrek aan strengheid tegenover de leerlingen. Die beschuldigden ten onrechte Junius’ leerlingen van hun eigen kattekwaad. Die van Junius waren ook wel eens stout, maar hij ging dan flink tegen hen te keer en stelde een voorbeeld. Zeghers moest dat ook doen en zijn ogen niet sluiten voor het wangedrag. Junius ried hem bovendien aan de vensters van zijn lokaal te sluiten, want telkens als hij langsliep viel het hem op de leerlingen alleen maar uit het raam zaten te staren. Junius trof de leerlingen ook veel te vaak op straat aan: dergelijk ongedisciplineerd gedrag kon niet getolereerd worden. Ze konden beter binnenshuis gehouden worden. In een brief aan zijn vriend Petrus Nannius (Pieter Nanning) legt Junius uit dat het schoolregiem van lesgeven, de drukke omgeving en het gebrek aan vrijheid een aanslag vormden op zijn gezondheid. Hij had vooral een afkeer van de stank die ontstond in een klas vol met puberende jongens (meisjes gingen niet naar de Latijnse school). Een bijkomende factor kan zijn geweest dat Junius geen vlotte spreker was, want hij heeft zijn leven lang gestotterd. Daardoor moest je als toehoorder wat geduld hebben voordat je doorhad dat hij enorm geleerd was. Een stotterende leraar is natuurlijk niet zo handig. En als rector al helemaal niet, want van een rector werd verwacht dat hij jaarlijks een mooie toespraak hield voor de ouders en andere burgers in de stad, op de dag dat de beste leerlingen van het jaar een kadootje kregen: een echt boek met het wapen van de stad erin en een mooi Latijns opschrift met hun eigen naam. Junius had er ook een hekel aan om direct na de lunch te moeten lesgeven. Als arts vond hij dat je na het eten beter even rust kon nemen. Hij werd daarom ziek, en eigenlijk was hij daar wel opgelucht over, want nu had hij een goed excuus om ontslag te nemen. In plaats van rector werd Junius vervolgens stadsgeneesheer.
Bron: Dirk van Miert



Eloquence superior to strength
Andrea Alciato, Emblemata, 1536



woensdag 8 juni 2011

Bericht over Hadrianus Junius (8) De boekenman

Junius de boekenman

Junius was een man van boeken, maar tot tweemaal verloor hij een deel van zijn privebibliotheek. De eerste keer was eind 1546, toen hij in Engeland woonde. Zijn boeken bewaarde hij in de bibliotheek van zijn broodheer, de dichter-edelman Henry Howard, graaf van Surrey. Toen deze door koning Hendrik VIII werd gevangengenomen op beschuldiging van hoogverraad en opgesloten in de Tower, werd er bij hem huiszoeking gedaan - ook in zijn bibliotheek. Onder de boeken die in beslag werden genomen bevonden zich ook boeken en handschriften van Junius. Hij schreef kort daarna vele brieven om proberen zijn boeken terug te krijgen, maar dat lukte maar gedeeltelijk. Erger nog was het verlies van boeken in 1573, toen zijn woonplaats Haarlem werd ingenomen en geplunderd door de Spanjaarden, onder leiding van de Graaf van Bossu. Junius had zijn zoon van tevoren opdracht gegeven een paar boeken in veiligheid te brengen, maar veel ging verloren.Bossue werd niet lang daarna gevangen genomen tijdens de beroemde slag op de Zuiderzee. Junius schreef de hooggeplaatse gevangene een beleefde brief waar hij navraag deed: wie had zijn boeken gestolen? Het antwoord van Bossu kennen we niet. In ieder geval is Junius veel kwijtgeraakt. En dat terwijl er in 1554 ook al brand was geweest in zijn studeerkamer, waarbij hij naar eigen zeggen voor 'maanden, misschien wel jaren' aan werk was kwijtgeraakt. Even een backup maken was er toen nog niet bij.
Bron: Dirk van Miert

Beleg van Haarlem 1572-1573